"Kunst is mijn uitlaatklep".
"Kunst is mijn uitlaatklep".
door Corné Verschuren | foto: Ron Magielse
Bij wandelingen in Oosterhout loopt Mirjam zo af en toe haar directeur van de basisschool tegen het lijf. “Die vertelde dat ik op school onhandig werd gevonden. Mijn visuele beperking was toen nog niet in beeld.”
Mirjam is geboren in Den Bosch. Op haar zevende jaar verhuisde het gezin naar Oosterhout. Daar woont ze nu nog steeds met man en dochter Lisanne. De man van Mirjam is ict’er en speelt contrabas in verschillende bands. Dochter Lisanne runt een fotostudio in Breda.
“Eigenlijk ben ik vanaf mijn geboorte slechtziend. Maar daar ben ik pas op mijn zeventiende jaar achter gekomen. Mijn moeder ging voor een zonnebril op sterkte naar de opticien. Die stuurde mijn moeder vervolgens door naar de oogarts in het Radboud-ziekenhuis. Daar werd Stargardt vastgesteld, een erfelijke aandoening in het centrale deel van het netvlies. Later bleek dat ook ik deze visuele beperking had. Zelfs de randen van mijn zicht leden eronder.”
In die periode is in Mirjams familie een erfelijkheidsonderzoek gehouden. “Toen bleken meerdere familieleden deze ziekte in lichte mate te hebben. Zelfs een tante, waarvan ik het niet had verwacht, had deze beperking.”
Terugkijkend op haar schooltijd was het een moeizame periode voor Mirjam. “Ik had bijles lezen en schrijven. Uiteindelijk heb ik nog wel de mavo gedaan. Ik had mezelf onbewust allerlei foefjes aangeleerd om niet op te vallen. Zo kon ik ook meedoen met de rest.”
In die tijd ging ze nog met de fiets naar school. “Niemand vond het leuk om samen met mij te fietsen. Ik had de volle aandacht in het verkeer nodig. Ik begreep niet hoe anderen konden fietsen en praten tegelijkertijd.”
Mirjam rondde nog wel haar opleiding als activiteitenbegeleider af. “Een van mijn stages was bij een werkplaats voor blinden en slechtzienden. Ik vond het werken met doofblinden heel interessant. Ik had nooit verwacht dat ik zelf ook blind zou worden. Op mijn 35e was mijn zicht niet meer meetbaar.”
Na haar opleiding solliciteerde Mirjam op allerlei vacatures. “Ik mocht vaak op gesprek komen, maar werd nooit aangenomen.” Slechts een korte periode werkte ze als activiteitenbegeleider. “Na drie weken werd ik ontslagen. De mensen met wie ik zou gaan werken zagen het niet zitten.” Mirjam kwam voor geen enkele functie in aanmerking.
Na alle ‘miskleunen’, zoals Mirjam haar sollicitaties noemt, besluit ze zich te storten op het moederschap. Mirjam en haar man kregen dochter Lisanne, die inmiddels 24 jaar is. “Ik was thuis en kon alle aandacht aan haar besteden.”
Regelmatig werd Mirjam uitgenodigd om op de school van haar dochter iets over het blind zijn te vertellen. “In de klassen vertelde ik over de functie van een blindengeleidehond. Of hoe blinden braille kunnen lezen. Ik kreeg ook de meest leuke vragen, bijvoorbeeld: Hoe poets je je tanden als blind bent?”
Het leven met een visuele beperking gaat soms letterlijk met vallen en opstaan. “In 2008 maakte ik een inschattingsfout en ben ik vanaf de eerste verdieping het trapgat ingelopen. Ik dacht dat het een kamer was. Overal had ik kneuzingen en een deuk in mijn hersenpan. Die val had vooral mentaal veel impact. Ik durfde niet meer buiten te lopen. Ook binnen voelde ik me niet veilig. Ik dacht dat de ruimte in werkelijkheid anders was dan ik me voorstelde. Het had anders kunnen aflopen. De val heeft me vijf jaar gekost.”
Net als haar kunst is Mirjam een kleurrijke verteller. In 2016 maakte ze kennis met de kunstwereld. Sindsdien is ze eraan verknocht. Na het overlijden van haar vader en het steeds zelfstandiger worden van haar dochter, kwam er voor Mirjam meer ruimte om iets voor zichzelf te doen.
“Ik maakte kennis met Jofke van Loon. Zij heeft een studio in Tilburg waar je kunt leren tekenen en schilderen. Jofke begeleidt verschillende groepen waaronder een groep blinden en slechtzienden. Voor die groep regelt ze zelfs ziende maatjes.”
Met die maatjes overleggen de kunstenaars met een visuele beperking over het te maken voelbare kunstwerk. “Hoe gaan we het aanpakken? Welke ideeën zijn er? Welke materialen gebruiken we? En dan gaan we aan de slag. De maatjes hebben soms leuke en frisse ideeën.”
Jofke tekent en schildert zelf ook. Ze gebruikt verschillende materialen om blinde en slechtziende cursisten kleuren te laten ervaren en te gebruiken. “Bijvoorbeeld rood is zacht fluweel. Zwart is een stevige kleur, daar past het zwaarste schuurpapier bij.” Voor vijftien kleuren heeft ze een bijpassend symbool gevonden.
Bij de lessen in Tilburg maakt Mirjam met gevonden materialen keramiek en andere kunstwerken. Een al tentoongesteld kunstwerk hangt prominent in haar huiskamer. “Met het uitgerafelde scheepstouw wordt het zeewater uitgebeeld. Een stuk waterslang verbeeldt een vuurtoren.”
Mirjam gaat de ene week naar de kunstlessen van Jofke van Loon in Tilburg. De week erop gaat ze met maatje Alex aan de slag met epoxy, waarmee ze bijzettafels en kleurrijke schalen maakt.
“Tijdens wandelingen in de natuur doe ik de meeste inspiratie op. Ik neem vooral vogelgeluiden, geluiden van golven, ritselende blaadjes aan bomen of het wuivende riet op.”
Of Mirjam zonder kunst kan? “Dan word ik waarschijnlijk depressief. Kunst is mijn uitlaatklep. In de vakantieperiode mis ik mijn kunstlessen enorm. Tijdens het werken met kunst zie ik gekleurde vlekjes voor mijn ogen. Als ik geen lessen volg worden het zwartgrijze spikkels. Het lijkt alsof mijn hersenen daardoor worden gevoed. Ik ga zeker door met het vertalen van fantasie in kunst.”