PORTRET LEERLING

Willem in een speeltuin
’Klimmen en klauteren, dat vind ik heel leuk!’

Willem Rooke, 8 jaar
Visio basisschool Haren, Prisma groep 5

door Thea Westerbeek | foto Yvonne de Noord

Je zit sinds kort vier dagen in de week op een reguliere school en elke dinsdag ga je naar Visio. Wat is hier anders dan op de ‘gewone’ school?

Er zitten hier geen 24, maar 6 kinderen in de klas. Dat is wel een groot verschil! We gebruiken in de klas een beeldschermloep, maar die heb ik op de andere school en thuis ook. We hebben dezelfde vakken, zoals taal en rekenen, en ook verkeer – van meester Bert – maar dat is wel anders. Dan kijken we naar Klokhuis en leren we over boten, auto’s en metro’s. De metro is hier niet, maar wel in Amsterdam. Vandaag ging er een filmpje over ijshockey. En eh, hoe heet dat ook alweer… curling.

Kun je ook al lopen met de stok?

Nee, maar dat ga ik volgende week leren. En ik krijg ook typen met tien vingers. Het tweede rijtje kan ik al. Maar het is wel een beetje saai, want je moet de hele tijd hetzelfde doen.

Wat vind je het leukste vak?

De pauze hier vind ik het allerleukst, haha, maar dat is natuurlijk geen vak. Het leukste vind ik de gymles. Rennen kan ik goed. Ik was de beste met de piepjestest. Weet je niet wat dat is? Dat weet toch iedereen? Dan moet je na een piepje rennen en bij het volgende piepje stoppen. Je moet dan steeds een beetje sneller rennen.

Jouw oogaandoening heet staafkegeldystrofie. Heb jij trucjes om toch goed te kunnen zien?

Dat is een moeilijk woord, dat kan ik niet onthouden. Als ik iets niet goed zie, loop ik ernaartoe. En kan ik de letters niet goed lezen, dan kijk ik naar de plaatjes of gebruik ik de loep. En als mijn vader mij komt ophalen, zwaait hij altijd even, dan weet ik waar hij staat.

Hoe kom jij naar school?

Mijn vader brengt mij met de tandem.

Wat zijn jouw hobby’s?

Ik zit op Survivallen, iedere zaterdag om 9.00u. Dat is wel jammer, zo vroeg, want dan kan ik niet uitslapen. Klimmen is mijn hobby. We klimmen niet tegen een muur, maar klauteren op een klimbaan over dingen van hout en rubber. En we slingeren met een touw. Het is heel leuk! Het is een soort apenkooi.

Heb je broertjes of zusjes?

Ik heb een broer. Hij is elf jaar. En we hebben een kat. Die is helemaal wit en hij heet Arie. Zijn we nu klaar? Want dan gaan we naar buiten. Dan laat ik je zien waarom de pauze hier zo leuk is.

Wat is je favoriete plek buiten?

De schommel vind ik leuk. En op de grote wip kunnen wel veertien kinderen, maar daar ben ik nog niet op geweest. Kijk, er is hier ook een kabelbaan. En helemaal achter op het veld liggen keien om op te klauteren. Dat is mijn favoriete plek. Kom mee, daar staat een boom. Daar kun je fijn in klimmen.